Wijnjournalist Esmee Langereis (1974) is een bezige bij. Ze schrijft voor tal van magazines en boeken, waaronder De Grote Hamersma en De Smaak van Italië, en is assistent-wijnmaker bij Chateau Amsterdam. Eind vorig jaar werd ze onverwacht ernstig ziek. Een interview over wat dat voor haar heeft betekend, hoe ze gebeten werd door de wine bug en haar (bijgestelde) doelen.
De verbinding via Facetime is pas net tot stand gekomen als het gesprek tussen Esmee Langereis en mij gelijk een serieuze wending neemt. “Ik ben een tijdje ziek geweest”, vertelt ze als we het hebben over gecancelde vakanties. “Kanker.”
Ik moet even slikken. Dat hakt erin. “Het kwam als donderslag bij heldere hemel. In die eerste weken weet je nog niets over je prognose. Ik ben in januari geopereerd en bleek geluk te hebben”, gaat Esmee rustig verder. “Voordat corona begon zat ik hier thuis in een soort bubbel. Ziekenhuis in, ziekenhuis uit. Grote stress. Toen ik na mijn operatie was opgeknapt en klaar was om weer de wijde wereld in te kunnen, kwam corona. Inmiddels zit ik dus al zes maanden binnen.”
Hoe voel je je nu?
“Ik sport elke dag en ben eigenlijk fitter dan daarvoor. Maar het was wel heftige shit. Ik had een reisje geboekt omdat ik er echt even uit wilde. Ik zou naar Zuid-Spanje gaan om twee weken te toeren met een vriendin die daar woont. Dat kon ik op mijn buik schrijven natuurlijk. Ik ben gewoon weer lekker aan het werk.”
Esmee Langereis zit als het op werk aan komt nooit stil. Vraag haar wat ze heeft gedaan en er komt een riedel aan werkzaamheden uitgerold. Schrijven voor De Grote Hamersma, De Smaak van Italië, Harper’s Bazaar en ‘een potpourri aan andere bladen’, meewerken aan kookboeken (ze schreef de wijntips voor onder andere INDOROCK) én wijn maken bij Chateau Amsterdam. “O ja, en ik maak ook podcasts: Wat schenken we vandaag? en Never Mind The Podcast.”
Dat is een flinke waslijst. Maar je bent pas tien jaar wijnjournalist. Wilde je dat altijd al worden?
“Vroeger wilde ik privé-detective worden, maar ik heb Nederlands gestudeerd. Ik ben een taalkundige en schrijf al mijn hele leven, zelfs als kind al. Ik ben niet iemand die een carrière uitplant en doe vooral wat ik leuk vind. Nu is wijn mijn onderwerp. Het is zoveel omvattend, het wordt nooit saai.”
Je hebt het wijnvirus opgelopen toen je voor ELLE Eten werkte. Vertel!
“Mijn eerste wijnreis was naar Hongarije, ik wist toen nog helemaal niks over wijn. Tijdens een seminar daar gaf René van Heusden van Perswijn ‘heel galant’ mij als eerste de beurt om en plein public iets over de wijnen te vertellen. Ik vond ze slecht, maar durfde dat niet te zeggen. Pas in de Beaujolais werd ik echt gebeten door de wine bug. Ik had op een feestje wijn van Marcel LaPierre geproefd: het leek alsof iemand de tijd stilzette. Zo’n overdonderend lekkere wijn had ik nog nooit geproefd! Terwijl de fles rondging keek ik ernaar alsof ik verliefd was. Bij iedereen dacht ik: ‘Jij mag dat glaasje niet, dit is mijn wijn.’ In de Beaujolais heb ik toen het domein bezocht. Helaas was Marcel LaPierre boodschappen doen en heb ik hem nooit ontmoet, kort daarna overleed hij.”
Eigenlijk wilde je toen niet over wijn gaan schrijven, maar wijn maken?
“Klopt, maar mijn kinderen waren toen nog jong, dus ik kon moeilijk meteen mijn koffers pakken. Als ik jonger was geweest had ik dat gedaan, om stage te lopen bij een wijnbedrijf. Leren wijn maken in een warm land. Dat leek voor mij hét leven. Nu ik bij Chateau Amsterdam werk ben ik realistischer. We romantiseren het. Het is een prachtig beroep, maar het is echt buffelen. Rijk word je er sowieso niet van dus je moet echt zin hebben om je kapot te werken voor nop. Maar zeg nooit nooit.”
Tekst gaat verder onder de foto’s.
Het werd dus schrijven over wijn. Wat trok je zo aan in het onderwerp?
“Het bestrijkt alles: mensen, marketing, vormgeving, viticultuur, scheikunde, techniek, aardrijkskunde, gastronomie…. Er zijn zoveel aspecten dat het nooit gaat vervelen. De keerzijde is dat je onmogelijk alles kunt weten, hoewel mensen dat wel verwachten van een wijnjournalist. Hoe vaak ik wel niet de vraag krijg: ‘Oh, ken je…’ en dan noemt iemand een random château dat ze toevallig op vakantie hebben gezien. Soms verwachten mensen dat je alle regio’s, boeren en stijlen uit je hoofd kent. De uitdaging is om van alles op de hoogte te blijven en focuspunten te nemen. In mijn geval biologische wijnen en natuurwijnen. En door De Grote Hamersma ben ik nu ook expert in supermarktwijnen.”
Wat onderscheidt jou van andere wijnschrijvers?
“Moet ik dat niet aan jou vragen?”
Ik vind dat je alles met een knipoog brengt. Neem jouw motto voor Make me Wine: Life is too short for vieze wijn. Je schrijft losjes, niet te serieus maar wel vol kennis en feiten.
“Ik ben begonnen vanuit de kennis van jan en alleman. ‘Rosé. Wat is dat, hoe wordt dat gemaakt?’ Ik wil mensen vertellen waar wijn vandaan komt en wat de verhalen zijn van de mensen erachter. Wijnen zie ik zelf vaak ook als mensen. Een dikke dame met grote borsten. Een zure, norse Fransoos. Een gladde Italiaan met veel parfum. Het is de manier waarop ik wijn benader en vertaal naar mensen die niet per se op WSET3-niveau zitten, waarmee ik mij onderscheid.”
Door haar vele wijnreizen heeft Esmee Langereis een behoorlijke kennis van het wijnvak opgedaan. Toch wilde ze een opleiding volgen om systematisch te leren proeven: WSET3. “Je leert de internationale wijntaal, bijvoorbeeld welke smaak je nou precies perzik noemt. Ik merk wel dat je daardoor soms op de automatische piloot gaat: je proeft al grapefruit voordat je die Nieuw-Zeelandse sauvignon blanc hebt opengemaakt. Daarom blijft blind proeven het interessantst.”
En je proeft dagelijks heel veel wijnen voor De Grote Hamersma.
“Als ik alleen maar systematisch hoef te proeven, haal ik de 50 tot 100 wijnen per dag, mits ik er de tijd voor heb. Dat is niet ongebruikelijk voor een wijnprofessional. Op piekdagen begin ik om 9.00 uur en eindig om 18.00 uur. Maar het is vooral het schrijven dat tijd kost, daardoor proef je per dag niet meer dan vijftig wijnen. Bij elke wijn moet je iets nieuws, leuks bedenken. Bij de zoveelste sauvignon blanc uit Frankrijk met een dier op het etiket denk je wel: ‘Tja, dat is hetzelfde als vorig jaar, wat ga ik daar nu over vertellen.’”
Tekst gaat verder onder de foto’s.
Zijn er eigenlijk vaak verschillen in jouw proefnotities en die van co-auteur Harold Hamersma?
“Nee, eigenlijk niet. We proeven in principe niet dezelfde wijnen, maar als dat wel eens voorkomt, scheelt het soms een plusje of minnetje. We zijn volledig gekalibreerd. Natuurlijk hebben we allebei onze voorkeuren. Ik drink thuis meer lichte natuurwijnen en funky stuff. Harold is een champagne-fan.”
Omdat er duizenden wijnen in de Nederlandse supermarkten liggen, publiceren Esmee Langereis en Harold in De Grote Hamersma alleen wijnen die een 7 scoren of hoger. Ook kijken ze constant naar welke trends er zijn, zoals de opkomst van biologische wijnen, natuurwijn en alcoholvrije wijnen.
Even los van al die trends, ik kreeg van Jasper Smit (Halfes) de vraag wat behalve de klimaatverandering de grootste bedreiging is voor de wijnindustrie?
“Dat alcohol het nieuwe roken wordt. De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid is al teruggeschroefd naar nul glazen. Daar kun je als markt op inspelen, bijvoorbeeld met kleinere flessen. Je ziet ook het aanbod van wijnen met minder alcohol of die alcoholvrij zijn groeien. Tegelijk zie je dat mensen steeds meer op zoek gaan naar wijnen van hogere kwaliteit en daar meer geld aan willen uitgeven.”
Even terug naar het proeven. Jij dronk vroeger het liefst Chianti uit rieten mandflessen las ik in De Grote Hamersma?
“Dat klopt haha. Ik was een wannabe intellectueel, dus ik las Reve en dronk rode wijn. De Chianti in mandflessen hadden ze bij de avondwinkel, dus die kochten we dan met zijn allen. Als de fles leeg was, zetten we er een kaarsje in.”
Ik kan me voorstellen dat je smaak sindsdien is veranderd.
“Als je jong bent, zoek je herkenbare smaken die houvast bieden. Bijvoorbeeld droge wijnen met veel zuren, zoals verdejo’s: lekker fris en altijd hetzelfde. Zo ben ik ook begonnen. Op een gegeven moment kwam ik bij lichtere rode wijnen uit, zoals de Beaujolais van Lapierre. Daarna kwamen de funky natuurwijnen, maar daarbij raakte ik gefrustreerd dat je vooral de vinificatiestijl proeft en niet het terroir. Nu zoek ik vooral wijnen die spanning en energie hebben, maar niet super uitgesproken zijn. Zoek naar de verfijning, dat is mijn tip voor vandaag.”
Tekst gaat verder onder de foto’s.
Wat drink je eigenlijk als er even geen wijn in je glas zit?
“Sinds ik over wijn schrijf ben ik meer bier gaan drinken. Momenteel is mijn favoriet de alcoholvrije IPA Brewdog Punk. Na een hele dag wijnproeven is dat heerlijk.”
Ik heb je inmiddels wat beter leren kennen. Maar als jij jezelf moet vergelijken met een druif, welke zou dat zijn?
“De gamay. Niet te ingewikkeld, lichtrood – net als mijn haarkleur – en het vrolijke zusje van de serieuze pinot noir. Die is ook mooi, maar ik ben minder ernstig. Gamay kan geweldige, energieke wijnen opleveren zonder daar heel moeilijk over te doen.”
Even terug naar het begin van ons gesprek. Je hebt de afgelopen tijd nogal wat meegemaakt. Wat zou je de komende jaren nog willen bereiken?
“Toen ik hoorde dat ik ziek was en nog niet wist of ik het ging overleven, dacht ik: ik heb gelukkig altijd gedaan wat ik leuk vond. Maar je realiseert je: het kan zo voorbij zijn. Ik blijf daarom gewoon proeven voor De Grote Hamersma én ik ben begonnen een paar ideeën waar ik al een tijdje mee rondliep te realiseren voor Make Me Wine. Ik kan er nog niet veel van zeggen, maar denk video en podcasts…”
Tot slot: waar wil je eind 2020 op toosten?
“Dat ik weer helemaal gezond ben en niet vergeet te genieten van wat ik aan het doen ben. Ken je die quote van John Lennon? ‘Life is what happens to you while you’re busy making other plans’. Dat is mijn motto. Ik geniet van alle kleine dingen en daar wil ik op kunnen toosten. Plus natuurlijk alle mooie wijnen die ik proef en alle leuke ontmoetingen (die worden nu nog waardevoller). Oh, en ik wil de yogahouding falling angel kunnen doen, haha. ????”
Daar houd ik je aan! Oh, ik heb nog een bonusvraag van Wim (@Wiznesswine): Waarom ben je zo cool?
“Ik cool? Volgens mij ben ik gewoon op kamertemperatuur.”
Meer inspirerende interviews met food- of wijnvrouwen lezen? Check ze allemaal bij mijn interviews.