WSET level 2: De eerste avond proeven, proeven, proeven…

Yes! Het is eindelijk zo ver! Vorige week was de eerste cursusavond van mijn opleiding WSET level 2 en daar leerde ik alles over het maken proefnotities.

Ik roep het al een tijdje: ik wil een wijnopleiding volgen. Enerzijds om te kijken hoeveel ik al weet, en anderzijds om meer te leren, te proeven en te herkennen. Mocht je het niet weten, WSET staat voor Wine & Spirit Education Trust. Een wereldwijde organisatie met opleidingen binnen de wijn-, gedistilleerde dranken en sake. De Nederlandse variant van de wijnopleiding is SDEN. Een tijd lang heb ik getwijfeld welke van de twee ik wilde volgen. Ze hebben allebei meerdere niveaus en ongeveer dezelfde opzet.

Uiteindelijk is het WSET geworden, na het lezen van deze blog van Nadien Visser van Le Club des Vins. ‘Het grootste verschil is dat SDEN meer gericht is op feitenkennis (wat, waar, hoeveel) en WSET gaat meer over praktisch inzicht (waarom, verklaar, verbind).’ Ik houd van praktisch en heb altijd de ‘waarom’-vraag op het puntje van mijn tong, dus de keuze was snel gemaakt!

Marjan van Eijk

Stiekem kon ik me vorige week de hele dag niet focussen omdat ik zo’n zin had in de cursusavond. De trein pakken naar Den Bosch, bij wijnrestaurant Le Vin ‘X mijn medecursisten en wijndocent ontmoeten en me onderdompelen in de wereld van wijn.

Marjan van Eijk van Odiewijn.nl blijkt mijn docent te zijn. Hoe leuk?! Ik volg haar al een tijdje op Instagram, maar zoals bij zoveel ‘grammers’, kende ik alleen haar gebruikersnaam. Odie Wijn. Marjan is speciaal voor deze cursus vanuit Drenthe naar Brabant gekomen. Ze heeft zelf de opleidingen WSET levels 2 en 3 gevolgd (is begonnen met level 4), is wijndocent bij Wijnstudio én verkoopt Limburgse en Oostenrijkse wijnen. Een vrouw naar mijn hart.

De les

Mijn cursusavonden vinden plaats op de bovenverdieping van wijnrestaurant Le Vin ‘X in Den Bosch, waar ik afgelopen zomer nog heerlijk heb gegeten. We zijn met een groep van 12 cursisten, een mooi aantal (niet te groot, niet te klein). Iedereen heeft zo zijn eigen achtergrond en basis: van horeca, tot liefhebberij.

Zo proef je wijn

Voordat het tijd is om te proeven geeft Marjan uitleg over de basis van het wijnproeven. Als je er zelf thuis mee aan de slag wilt gaan, loop dan de volgende stappen door (inclusief handige ezelsbruggetjes).

Uiterlijk
Voor het uiterlijk kijk je naar HIK: helderheid, intensiteit en kleur.

Geur
Doorloop hier de stappen CIA: conditie, intensiteit en aroma’s. Ruikt de wijn muf naar nat karton? Dikke kans dat hij kurk heeft en weg kan. De intensiteit zegt vooral iets over de kracht van de geuren. Ruik je de wijn al van een meter afstand? Dan is hij erg intens. De lastigste factor is het aroma. Wat ruik je in de wijn? Doet de geur je denken aan bepaalde fruitsoorten, misschien kruiden of specerijen?

Smaak
Een langere lijst, zonder ezelsbruggetje. Maar er zijn wel een aantal vaste factoren voor de smaak van de fijn: zoetheid, zuren, tannines, body, smaakaroma’s en de afdronk.

Zoetheid vertelt iets over de hoeveelheid suiker in een wijn. Probeer je eigen associaties met bijvoorbeeld zoete fruitsoorten uit te schakelen. Anders lijkt de wijn misschien zoet, terwijl hij dat niet is!

Zuren: hoeveel zuren heeft de wijn? Neem een slok en doe (zodra je de wijn hebt doorgeslikt of uitgespuugd) je mond open en kijk naar de grond. Begin je snel te kwijlen? Dan heeft de wijn veel zuren.

Tannines: het wrange gevoel dat in je mond achterblijft na een slok rode wijn. Tannine is een stofje dat in de pitjes, schil en steeltjes van druiven zit.

Body: hoe ‘zwaar’ voelt de wijn in je mond? Een wijn met veel restsuiker is letterlijk wat zwaarder en voelt veel voller dan een frisse wijn met veel zuren.

Smaak: welke smaken herken je in de wijn? Over het algemeen zul je zien dat dit overeenkomt met de aroma’s die je ruikt.

Afdronk: hoe lang blijft de smaak van de wijn hangen? Is dat langer dan vijf seconden? Dan heeft de wijn een lange afdronk, heerlijk!

Kwaliteit
Nadat je de wijn hebt geroken en geproefd is het tijd om hem te ‘keuren’. Wat vind je er van en (waarom) zou je hem aanraden bij anderen? Een handige tip is om de kwaliteit te bepalen volgens BLIC: balans, lengte, intensiteit en complexiteit. Bepaal per factor of het een minnetje, een nul (neutraal) of plusje is. Hoe meer plusjes, hoe hogere de kwaliteit.

Test met citroen en appel

Een volledig overzicht van de line-up van proefwijnen deze eerste cursusavond vind je hieronder. Maar één wijn wil ik even uitlichten. Niet zozeer vanwege de smaak, maar vanwege het testje dat we deden. In een korte uitleg vertelde Marjan meer over wijn-spijscombinaties. Met een stukje appel, schijfje citroen en de friszure wijn van de grüner veltliner-druif ervaar je zelf hoeveel impact wijn kan hebben op de smaak van eten.

Eet een stukje appel en kauw er goed op zodat de smaak door heel je mond komt. Neem daarna een slokje van de grüner veltliner. Het effect? De appel smaakt bitter en muf. Neem nu nog een slokje wijn en eet daarna een schijfje citroen. Kauw ook hier goed op. Neem weer een slok. En? Waarschijnlijk merk je dat de wijn waterachtig wordt en amper smaak lijkt te hebben. Zuur en zuur gaan dus niet altijd goed samen.

Afijn, ik heb genoeg om te proeven en testen de komende weken. Woensdag 27 maart staat de tweede cursusavond op de agenda. Dan gaan we meer met de theorie over het productieproces aan de slag. Ik heb er zin in!

De wijnen

• Di Lenardo Vineyards, Pinot Grigio – Friuli (Italië)
• Bodegas Obergo, Gewürztraminer -Aragón (Spanje)
• Di Lenardo Vineyards, Chardonnay – Venetië (Italië)
• Donauwinzer, Grüner Veltliner – Niederösterreich (Oostenrijk)
• Monte del Frà, Valpolicella Classico 2017 – Veneto (Italië)
• Azienda Rizzi, Barbaresco 2014 – Piemonte (Italië)
• Chateaux du Tours, Sainte-Croix-du-Mont 2009 – Bordeaux (Frankrijk)

De uitgebreide proefnotities verschijnen de komenden dagen op mijn blog.